Natuurlijke Kindervoeding tijdens de Basisschoolperiode
- Geplaatst september 27, 2016
- Door Judith Rolf
- In Baby en kind, Gezonde voeding, Lifestyle, Nieuws, Recepten
0
Met recepten voor lekker, snel en gezond eten
Tanja Visser en Judith Rolf vonden allebei, dat er goede informatie mist over natuurlijke en gezonde kindervoeding voor ouders en hulpverleners, zoals collega-diëtisten en andere paramedici, artsen, consultatiebureau’s, scholen en kinderdagverblijven. Zo ontstond de behoefte om met elkaar een brochure te maken met informatie waar we zelf helemaal achter staan.
Je kind op de basisschool
Lezen, schrijven, rekenen, fietsen, omgaan met vriendjes en vriendinnetjes. Een kind van 4 tot en met 12 jaar leert veel. In de leeftijd van 0 tot 4 jaar heb je als ouder nog veel invloed op het eetgedrag van je kind. Langzaam aan zal dat steeds meer gaan veranderen. Kinderen leren hun eigen boterham smeren en helpen graag mee met kokkerellen. Afhankelijk van de leeftijd en zelfstandigheid kan je kind al zelf een -eenvoudige- maaltijd klaarmaken. Je kind wordt steeds zelfstandiger. Het mag leren zelf de juiste keuzes te maken.
In de leeftijd van 2 tot 12 jaar ontwikkelt je kind al een heel eigen eetpatroon. Dit zal vaak de rest van het leven min of meer vastgehouden worden. Het is een belangrijke periode om je kind kennis mee te geven over gezonde en natuurlijke voeding.
Natuurlijke kindervoeding tijdens de basisschool periode
Je vindt in de deze brochure meer informatie over wat je beter wel en niet kunt geven, hoe je het eten van groenten en het drinken van water stimuleert en hoe om te gaan met lunchen op school, snoepen en snacken. Daarnaast geeft de brochure informatie over de zin van het gebruik van natuurlijke, biologische voeding, voedingssupplementen en het aanleren van gezonde leefgewoontes, zoals gebitsverzorging, beweging, slapen en omgaan met computer en mobiele telefoon.
Een hele praktische brochure met veel handige tips en recepten voor lekkere, gezonde en snelle maaltijden, snacks en dranken. A5 formaat 40 pagina’s.
- Soort publicatie: Brochure
- Specificaties: A5 formaat, 40 pagina;s. Ook leverbaar als digitale brochure (PDF)
- Levertijd: direct uit voorraad leverbaar
Prijs: € 9,95, Bestellen? Mail judith@peervoeding.nl
Slaap lekker, eet gezond
- Geplaatst maart 29, 2016
- Door Judith Rolf
- In Gezonde voeding, Nieuws
2
De slaapkwaliteit kan verbeteren door de juiste voeding te eten. Onderzoek laat zien dat meer vezels en minder suiker en verzadigd vet de kwaliteit van slaap doet verbeteren.
Aandachtspunten die zowel voor een kwalitatief goede slaap als de algemene gezondheid prima zijn om eens onder de loep te nemen. Welke aanpassingen geven een betere slaap? De juiste voeding vormt de basis. Suppletie van bijvoorbeeld magnesium, zink, vitamine B, melatonine of Ashwaganda kan soms aanvullend nodig zijn.
Gezond eten verbetert de slaapkwaliteit
Onderzoek laat zien dat gezond eten de slaapkwaliteit verbetert. Het halveert de tijd die nodig is om in te slapen. Daarnaast wordt de slaap minder vaak verstoord. Om uitgerust wakker te worden is het eten van goede maaltijden hét juiste recept.
De studie (1) laat zien dat het eten van minder vezels, meer verzadigd vet en meer suiker leidt tot een minder diepe slaap. Hierdoor wordt men ook minder uitgerust wakker.
Bij het onderzoek werden 26 gezonde personen vijf dagen lang gevolgd in een slaaplaboratorium. Daarbij aten de deelnemers drie dagen een gecontroleerd dieet. Per nacht werd gemiddeld 7 uur en 35 minuten geslapen. De slaapgegevens werden verzameld met Polysomnografie (PSG=slaaponderzoek).
Uit de gegevens blijkt dat een grotere inname van vezels ervoor zorgde dat men meer tijd doorbracht in diepe slaap. Een grotere inname van energie uit verzadigd vet voorspelde daarentegen een minder diepe slaap. Een grotere inname van suiker zorgde ervoor dat men in de nacht vaker wakker werd.
Snel in slaap met minder verzadigd vet en meer eiwit
De studie liet zien dat de deelnemers sneller in slaap vielen wanneer ze een speciaal samengestelde voeding kregen (een gecontroleerd dieet). Deze voeding bevatte minder verzadigd vet en meer eiwitten dan de voeding die de deelnemers zelf kozen. Bij de zelfgekozen voeding duurde het gemiddeld 29 minuten om in slaap te vallen. Bij de samengestelde voeding was dit 17 minuten. Een winst van gemiddeld 12 minuten!
“Het inzicht dat voeding ons slaappatroon kan beïnvloeden heeft grote implicaties voor onze gezondheid; het wordt steeds duidelijker dat slaap een rol speelt bij de ontwikkeling van chronische ziektes, zoals hoge bloeddruk, diabetes en hart- en vaatziekten”, aldus de onderzoekers (1).
Eerder liet epidemiologisch onderzoek (gepubliceerd in de American Journal of Clinical Nutrition) al zien dat er een verband bestaat tussen voeding en slaapkwaliteit. Het onderzoek keek bij 15.000 mensen hoeveel men sliep en of er een verband bestond met de inname van vet, eiwitten en koolhydraten.
De jongvolwassenen die minder verzadigd vet aten rapporteerden meer slaapuren dan de jongvolwassenen die meer verzadigd vet aten. Oudere vrouwen die minder koolhydraten en meer meervoudig onverzadigde vetzuren aten sliepen meer. In tegenstelling tot verzadigde vetzuren kunnen meervoudig onverzadigde vetzuren dus mogelijk bijdragen aan een betere slaapkwaliteit (2).
Vezels en de slaapkwaliteit
Vezels zijn belangrijk voor een gezonde spijsvertering. Vezels houden de darmen gezond. Eet zo’n 30 a 40 gram voedingsvezels per dag door een kwalitatief goed brood te kiezen. Denk aan (zuurdesem) volkorenbrood gemaakt van rogge, spelt, haver of amaranth. Ook groenten en fruit (met de schil als dat kan) en peulvruchten zoals bonen, linzen en erwten leveren veel vezels. Ongebrande en ongezouten noten kunnen ook een goede vezelrijke keuze zijn.
Peulvruchten zijn absoluut de toppers onder de ‘vezelleveranciers’. Drie opscheplepels bonen per dag leveren de helft van de aanbevolen 40 gram. Denk niet alleen aan bruinen bonen maar kies ook voor bijvoorbeeld adukibonen, nierbonen, kikkererwten of linzen.
De juiste vetten en de slaapkwaliteit
Verzadigde vetten zouden de slaap niet bevorderen. Deze zitten in frituur, snack, koek en snoep en kant en klaar producten. Vet dat zacht of vloeibaar is bij kamertemperatuur bevat veel onverzadigde vetten en is daarom een goede keuze. Denk aan vloeibare oliesoorten zoals: olijfolie extra vierge, hennepolie, walnootolie, lijnzaadolie, koolzaadolie, een omega 3,6,9 olie of high oleic zonnebloemolie.
Daarnaast leveren ook vis en noten (ongebrand) veel onverzadigde vetten. De voorkeur gaat uit naar koudwatervissen. Zalm, sardientjes, makreel en haring zijn mooie vette vissen. Walnoten, amandelen, hazelnoten, pecannoten, macadamianoten, cashewnoten en zaadjes en pitjes leveren allemaal onverzadigde vetten.
Klaarwakker van een kopje koffie
De geur en smaak van koffie kan een ultieme verleider zijn om te genieten van een kopje koffie. Koffie verdrijft vermoeidheid vanwege de stimulerende stof cafeïne. Het kan de concentratie en prestatie verbeteren maar ook voor slapeloosheid zorgen.
Het kost het lichaam drie tot zeven uur om de helft van de cafeïne uit een kop koffie af te breken. Bij meerdere koppen koffie per dag, heeft het lichaam daar zelfs nog meer tijd voor nodig (3). Hoe men koffie afbreekt kan afhangen van uw genotypen. Zo laat onderzoek zien dat personen met de 1976T/T en 2592Tins/Tins-genotypen cafeïne lastiger afbreken (4).
Een slaapmutsje, geen goed idee
Vaak denkt men dat alcohol de slaap bevordert omdat het voor sommige mensen het inslapen vergemakkelijkt. Alcohol heeft ook een stimulerend effect omdat het de afgifte van dopamine verhoogt (5). Dopamine is een gelukshormoon. Het speelt een grote rol bij het ervaren van genot, blijdschap en welzijn.
Dopamine bevordert niet de slaap, daarvoor heeft men melatonine nodig. Serotonine, een stemmingshormoon, kan omgezet worden in melatonine. Door een hapje rijk aan tryptofaan te eten vlak voor het slapen, kunt u wellicht makkelijker de slaap vatten. Tryptofaanrijk voedsel met ‘een zoetje’ helpt serotonine bij het omzettingsproces naar melatonine (zie het filmpje hierover onder aan de pagina).
Stoppen met het drinken van alcohol kan slapeloosheid veroorzaken. Op de langere termijn zal alcohol de slaapkwaliteit echter zeker niet verbeteren. Alcohol kan het idee geven dat het helpt om makkelijker in te slapen. Doorslapen en de slaapkwaliteit worden er echter negatief door beïnvloed.
De juiste vitamine
Slapeloosheid kan ook veroorzaakt worden door lage nutriëntenwaarden in volbloed. Magnesium, zink en B vitamine spelen een belangrijke rol bij slaap. De waarden zijn na te gaan middels een bloedonderzoek. Met specifieke voeding kan extra aandacht geven worden aan deze belangrijke stoffen.
Magnesiumtekort
Magnesium speelt een belangrijke rol bij de slaap. De magnesiumwaardes beïnvloeden de slaap-waakcyclus, en omgekeerd (6). Hoe slechter men slaapt, hoe lager het magnesiumgehalte in de cellen is (7). Verder blijkt uit onderzoek dat mensen die ’s nachts vaak wakker worden omdat ze met hun armen of benen bewegen, bijvoorbeeld door het rusteloze benensyndroom (restless legs syndrome), baat kunnen hebben bij het slikken van extra magnesium (8).
Uit onderzoek blijkt dat een magnesiumtekort zorgt voor veranderingen in de elektrische activiteit van de hersenen. Hierdoor wordt de slaap onrustig en onderbroken. Andere slaapstoornissen, zoals nachtelijke paniekaanvallen, praten en ongecontroleerde bewegingen in de slaap, kunnen ook verband houden met een magnesiumtekort.
Indien slaapstoornissen verband houden met een magnesiumtekort, dan is de slaap vaak erg onrustig en wordt men vaak wakker gedurende de nacht. Onderzoek waarbij ’s nachts metingen werden gedaan toonde ernstige verstoringen van de slaap aan. Vaak konden lage magnesiumwaarden in het bloed duidelijk worden vastgesteld. Een dieet met veel magnesium en weinig aluminium blijkt een zeer goede en ononderbroken nachtrust te geven (9.10).
Magnesium is een mineraal dat voorkomt in groene groenten (bijvoorbeeld spinazie, andijvie of boerenkool), volle graanproducten (bijvoorbeeld zilvervliesrijst, volkoren basmatirijst, havermout) en volkorenbrood, maar ook in melk en melkproducten (kies biologisch) en gedroogde vijgen, dadels en grapefruit. Door dagelijks uit deze productgroepen te eten vergroot u de magnesiuminname door middel van voedsel. Bij een tekort kan suppletie noodzakelijk zijn. Hiervoor kunt u advies inwinnen bij een natuurdiëtist.
Zink
Uit onderzoek blijkt dat ouderen beter slapen als ze naast magnesium ook zink en melatonine slikken (11). Vrouwen met een hoog zinkgehalte slapen langer dan vrouwen die dat niet hebben (12). Vrouwen hebben gemiddeld een uur meer slaap nodig dan mannen. Ervoor zorgen dat de zinkstatus optimaal is blijkt geen overbodige luxe te zijn.
Zink komt in kleine hoeveelheden voor in veel verschillende voedingsmiddelen. Kies vlees (gevogelte, wild of lam), kaas (geitenkaas of koekaas gemaakt van rauwe melk), volle graanproducten, ongebrande en ongezouten noten en schaal- en schelpdieren zoals garnalen, mosselen, kreeft en oesters.
Vitamine B
Slechte slapers met een verstoord slaap-waakritme slapen vaak beter als ze vitamine B12 slikken (13). Vlak voor bedtijd vitamine B3 (niacinamide) slikken, eventueel samen met magnesium en vitamine B6, kan ook de nachtrust verbeteren. Ook hier geldt:laat u voor een goed suppletieadvies adviseren door een professional.
Vitamine B12 en andere B-vitaminen zitten vooral in dierlijke producten. Ei, vlees, vis en melkproducten zijn dus rijk aan vitamine B.
Het Indiase kruid Ashwagandha
Binnen de ayurvedische geneeskunde en andere geneeskundige tradities wordt ashwagandha (met name de wortel) al meer dan 4000 jaar gebruikt in de vorm van thee, siroop, zalf, tinctuur of poeder.
Het Indiase kruid Ashwagandha (Withania somnifera) ook wel ‘Indiase ginseng’ of ‘koninklijk kruid’ genoemd kan emotionele stress en angst verminderen en daardoor de slaap verbeteren. Vermoedelijk werkt het in op gamma-aminoboterzuur (GABA). Dat is de chemische boodschapper in de hersenen die gevoelig is voor kalmerende middelen en betrokken is bij slaap (14-19).
Ashwagandha zorgt voor sneller inslapen en een betere kwaliteit van slapen. In een studie zorgde suppletie met 750 of 1250 mg ashwagandha- extract per dag (overeenkomend met 6-10 gram wortel) bij 6 van de 17 gezonde proefpersonen voor verbetering van de slaapkwaliteit (alhoewel deze proefpersonen niet leden aan slapeloosheid) (20).
Alternatieve benaderingen voor een goede nachtrust
Naast het aanpassen van voeding zijn alternatieve benaderingen voor een goede nachtrust: lavendel aromatherapie, acupunctuur, homeopathie, biofeedback, muziek voor het brein, melatonine, het aminozuur L-tryptofaan, 5-Hydroxytryptofaan (5-HTP), dat een stofwisselingsproduct is van L- tryptofaan en het aminozuur GABA (21-32), en mindfullness based stress reductie (MBSR).
Minder slapeloze nachten met mindfulness
Mindfulness-based stress reductie (MBSR) verdringt slapeloze nachten net zo goed als het sedativum ‘Eszopiclone’ volgens een Amerikaanse studie met 111 patiënten. Uit kwalitatieve analyse bleek dat de patiënten uit dit onderzoek het niet hadden over langere slaap. De patiënten vielen sneller terug in slaap na een nachtelijk ontwaken. ’s Morgens voelden ze zich beter uitgeslapen.
MBSR is gericht op vermindering van stress, en inderdaad beaamden patiënten dat ze minder stress ervoeren wegens hun aandoening. Ze konden slapeloosheid beter het hoofd bieden en ze konden korte periodes van slapeloosheid beter aanvaarden (33-34).
Judith Rolf, Natuurdiëtist
Zie ook het filmpje waarin Judith Rolf u vertelt hoe u een lekker slaaphapje maakt. Dit hapje, rijk aan tryptofaan , zorgt er op een subtiele manier voor dat serotonine omgezet wordt in melatonine.
Kookworkshop Energie Herstelplan
- Geplaatst februari 10, 2016
- Door Judith Rolf
- In Gezonde voeding, Lifestyle, Nieuws
2
Zin in een kookworkshop volgens het Energie Herstelplan? Informeer naar de mogelijkheden bel 06 28 65 38 20 of mail naar judith@peervoeding.nl
Kunstvoeding: Deel 1
- Geplaatst december 15, 2015
- Door Judith Rolf
- In Baby en kind, Zwangerschap
0
In april 2015 hebben studenten Voeding en Diëtetiek van de Haagsche Hogeschool onderzoek gedaan naar zuigelingenvoeding. De onderzoeksvraag was: “Wat zijn de effecten van extra toegevoegde ingrediënten in standaard volledige zuigelingenvoeding (voor baby’s van 0 tot 6 maanden) op de gezondheid van zuigelingen?” Deze samenvatting (deel 1) geeft u de belangrijkste uitkomsten gevolgd door de visie en praktijkervaring van de natuurdiëtist.
Borstvoeding is de beste keuze gedurende de eerste 6 levensmaanden van een baby. De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) adviseert de eerste 6 maanden uitsluitend borstvoeding te geven en dit vervolgens te combineren met aanvullende voeding tot de leeftijd van twee jaar (WHO, 2015).
Borstvoeding bevat de ideale samenstelling van voedingstoffen voor zuigelingen en heeft verschillende positieve effecten op de gezondheid. Borstvoeding geeft een verlaagd risico op het ontwikkelen van atopie, astma, allergieën, maagdarm- en luchtweginfecties, obesitas en diabetes type 1 en 2 (Kramer, 2012).
Te weinig melk
Niet iedere moeder kiest voor borstvoeding. Een peiling uit 2005 laat zien, dat 78% van de moeders begint met borstvoeding. Na 1 en 4 maanden krijgt slechts 51% en 25% van de zuigelingen nog uitsluitend borstvoeding. Na 6 maanden krijgen slechts 15% van de zuigelingen nog borstvoeding als enige bron van melkvoeding. Daarnaast krijgt 11 tot 18% van de zuigelingen een combinatie van moedermelk en zuigelingenvoeding (Lanting, 2005).
Uit een peiling van het TNO in 2007, blijkt dat ‘te weinig melk’, ‘pijn’, maar ook ‘werk’ als hoofdredenen worden genoemd om over te stappen op kunstvoeding (Lanting, 2007).
Er worden hoge eisen aan de samenstelling en etikettering van zuigelingenvoeding gesteld in Europa. Alle producten op de Europese markt zijn veilig. Kunstvoeding beantwoordt aan de belangrijkste behoeften van de zuigeling. Deze behoefte zijn groei, ontwikkeling en gezondheid.
De juiste vetten
Volgens het onderzoek van de studenten Voeding en Diëtetiek van de Haagsche Hogeschool stijgt het plasma DHA (docosahexaeenzuur) bij voldragen baby’s, bij omega-3 suppletie. Meerdere studies tonen een positief effect van DHA aan als gekeken wordt naar het gezichtsvermogen.
Er is bijvoorbeeld bewijs dat zuigelingen die omega-3-vetzuren toegediend krijgen, beter scoren op Visual Evoked Potential (VEP). Dit is een onderzoek naar de gezichtsscherpte gemeten met behulp van elektroden. Volgens het onderzoek is er op dit moment nog onvoldoende bewijs dat omega-3 vetzuren de algemene gezondheid van zuigelingen verbetert.
Prebiotica: voeding voor gunstige darmbacteriën
De door de studenten bekeken wetenschappelijke onderzoeken laten voorzichtig zien, dat suppletie van zuigelingenvoeding met prebiotica verbetering van de gezondheid van baby’s kan geven. In de onderzoeken komen van de prebiotische oligosachariden GOS/FOS geen ongewenste effecten naar voren. Galacto-oligosachariden (GOS) zijn voedingsvezels uit lactose.
Er is bewijs gevonden, dat GOS en FOS de kans op het ontwikkelen van eczeem en astma bij zuigelingen verlagen. Dit geldt vooral voor baby’s met een verhoogd risico op eczeem en astma, waarbij één of beide ouders bekend zijn met deze klachten.
Ook zouden ze mogelijk de kans op luchtweg- en darm/maaginfecties verlagen. De prebiotica GOS en FOS zouden een gunstige darmmicrobiotica (darmflora) kunnen bevorderen. Een gemakkelijker stoelgang en minder darmkrampjes kunnen daarvan het gevolg zijn.
Volgens de studenten is verder onderzoek naar de effecten van andere soorten prebiotica noodzakelijk. Het toevoegen van GOS/FOS aan zuigelingenvoeding blijkt verstandig te zijn. Deze hebben een gunstige uitwerking op de ontwikkeling van de babydarm vanwege de positieve effecten op de ontwikkeling en samenstelling van de darmflora. Galacto-oligosachariden (GOS) voedingsvezels verlagen het risico op allergische klachten.
Probiotica, levende bacteriën
Het toevoegen van probiotica aan zuigelingenvoeding is volgens het onderzoek van de studenten veilig gebleken. Het heeft waarschijnlijk bepaalde positieve gezondheidseffecten. Het bewijs is volgens de studenten niet eenduidig genoeg om standaard suppletie van zuigelingenvoeding met bepaalde probiotica te adviseren. De verschillende onderzoeken leiden tot nu toe niet tot eenduidige conclusies en spreken elkaar af en toe tegen.
De keuze van de soort(en) probiotica moet zorgvuldig op de baby worden afgestemd. In situaties waarin een baby risico loopt op een ongezonde darmflora of bepaalde klachten ervaart, zou het zinvol kunnen zijn om een gerichte stammenmix probiotica te suppleren. Dit is gericht op het behandelen van de specifieke klachten en kan het beste plaatsvinden in overleg met een natuurdiëtist of natuurarts die gespecialiseerd is in het moduleren van de darmflora met probiotica en voedingsadviezen.
Probiotica hoeft niet standaard in zuigelingenvoeding te zijn verwerkt, maar kan eventueel na bereiding aan de flesvoeding worden toegevoegd. Zo kan probiotica door een specifieke samenstelling en dosis, gericht op de klachten, beter op de behoefte van de baby worden afgestemd.
Toegevoegde koolhydraten
Moedermelk is rijk aan lactose om ervoor te zorgen dat de baby met de melk voldoende energie naar binnen krijgt. De fabrikant kan als koolhydraatbron in zuigelingenvoeding lactose, glucose, maltodextrinen en/of zetmeel gebruiken. Er is wettelijk geen voorgeschreven maximum voor de hoeveelheid glucose, maltodextrinen en zetmeel in kunstvoeding.
Wel moet de totale hoeveelheid koolhydraten de 60% niet overschrijden. In theorie kan de fabrikant ervoor kiezen om de wettelijke maximale hoeveelheid koolhydraten in de vorm van glucose, maltodextrinen en/of zetmeel aan de zuigelingenvoeding toe te voegen.
Met deze samenstelling verschilt de kunstmatige zuigelingenmelk behoorlijk van de samenstelling van moedermelk. Dat vinden de studenten ongewenst. In moedermelk wordt meer dan 99% van de totale hoeveelheid koolhydraten door lactose geleverd (EFSA, 2014).
Een voeding zonder toegevoegde maltodextrinen, glucosestroop en zetmeel verdient volgens de studenten de voorkeur. Om voldoende energie te leveren, is het toevoegen van lactose een betere keuze. Lactose benadert in zuigelingenvoeding de natuurlijke samenstelling van moedermelk. Ook blijft bij het gebruik van lactose de bloedsuiker- en insulinespiegels stabieler dan bij gebruik van glucose en maltodextrinen.
Genetisch gemodificeerde ingrediënten
Op etiketten van zuigelingenvoeding staat niet vermeld of het product genetisch gemodificeerde bestanddelen (GGO’s) bevat. Er kan vanuit worden gegaan, dat zuigelingenvoeding niet meer dan 0,9% aan GGO’s bevat. Er is wat tegenstrijdige informatie gevonden waarin beweerd wordt, dat zuigelingenvoeding wel GGO’s bevat (Benson, 2015).
Hier is volgens de studenten geen wetenschappelijk bewijs voor te vinden. Geconcludeerd kan worden dat er nog weinig onderzoek is gedaan naar genetisch gemodificeerde producten in zuigelingenvoeding. In de biologische sector wordt geen gebruik gemaakt van genetische modificatie. Biologische zuigelingenvoeding bevat daarom geen GGO’s.
Koemelk versus geitenmelk
Er is in het onderzoek van de studenten Voeding en Diëtetiek geen overtuigend bewijs gevonden, dat er minder allergische reacties voorkomen bij baby’s gevoed met op geitenmelk gebaseerde voeding in vergelijking met baby’s gevoed met op koemelk gebaseerde zuigelingenvoeding.
Wat de algemene gezondheid van de baby zowel op de korte als lange termijn betreft, kan volgens hen niet worden gesteld dat geitenmelk veiliger of beter is. Groeicurven van baby’s en gemeten bloedsamenstellingen tonen in de onderzoeken geen significante verschillen tussen beide groepen aan.
De keus voor een zuigelingenvoeding op basis van geitenmelk kan uitkomst bieden voor bepaalde groepen die slecht reageren op zuigelingenvoeding op basis van koemelk. Dit is vooral te wijten aan de eiwit- en vetsamenstelling van geitenmelk. Deze is makkelijker verteerbaar, waardoor er bij de hiervoor gevoelige groep baby’s mogelijk minder maag- darmklachten en overgevoeligheidsreacties optreden.
Kanttekening hierbij is dat niet elke genetische variant van de geitenmelk een gelijke eiwitsamenstelling heeft. De bron van de geitenmelk is belangrijk voordat deze conclusie getrokken kan worden.
Commentaar NDN
Elke moeder wil het beste voor haar kind. Goed geïnformeerd zijn is het begin van het maken van een weloverwogen keuze. Ondanks dat er goede zuigelingenvoeding te koop is wensen wij elke moeder en baby een goede borstvoedingstijd toe.
Een baby wil het liefs aan de borst drinken als het kan kiezen. De borst geeft naast de juiste voeding ook rust, warmte en geborgenheid. Moedermelk is door het lichaam op maat gemaakt voor de baby en past zich geheel aan de behoefte van de baby aan op elk moment van de dag.
Supervoeding
Borstvoeding bevat vele honderden ontwikkeling ondersteunende stoffen die (nog) niet nagemaakt kunnen worden en daarom niet in flesvoeding voorkomen. Zo bevat het diverse afweercellen en -stoffen, zoals fagocyten, complementfactoren, lysozym, lactoferrine, interferon, interleukines en secretoir IgA. Deze stoffen beschermen de baby tegen infecties aan bijvoorbeeld luchtwegen, middenoor en urinewegen.
Moedermelk is, als de moeder gezond eet, rijk aan arachidonzuur, geconjugeerd linolzuur (CLA, een omega 6 vetzuur), eicosapentaeenzuur (EPA, een omega 3 vetzuur), docosahexaeenzuur (DHA, een omega 3 vetzuur) en gamma-linoleenzuur (GLA, een omega 6 vetzuur). Deze vetzuren spelen een belangrijke rol bij o.a. de ontwikkeling van de hersenen, zenuwstelsel, retina (netvlies) en het immuunsysteem van de baby.
Borstvoeding is rijk aan hormonen, prebiotica, groeifactoren en grondstoffen voor de celdeling. Moedermelk bevat rond de 150 verschillende soorten prebiotica. Al deze stoffen ondersteunen de opbouw van een gezond maag- en darmslijmvlies en de ontwikkeling van een gezond darmmicrobioom. Voorbeelden zijn oligosacchariden, glutamine, laurinezuur, taurine, nucleotiden, epidermal growth factor en insuline growth like factor.
Moedermelk is ook rijk aan diverse hormonen die een rol spelen in o.a. de stofwisseling, immuunsysteem, bloedvaten, zenuwstelsel, stressregulatie en de aanmaak van rode bloedcellen. Voorbeelden zijn thyroxine, thyreotropinevrijmakend hormoon (TRH), cortisol, cholecystokinine, prostaglandines, melatonine en erytropoëtine (EPO). Kortom: borstvoeding is supervoeding.
Onderzoek heeft aangetoond dat borstvoeding het risico verlaagt op het ontwikkelen van atopie, astma, allergieën, maagdarm- en luchtweginfecties, obesitas en diabetes type 1 en 2 bij de baby. (Kramer, 2012). Daarnaast vermindert voor de moeder de kans op borstkanker wanneer zij minimaal 6 maanden borstvoeding geeft.
Kunstmatige zuigelingenvoeding blijft een door de industrie gemaakt product waarbij het ‘nog’ niet mogelijk is om alle ingrediënten die aanwezig zijn in moedermelk te evenaren. De eerste keus is daarom moedermelk. Als dit geen optie is, dan zijn er gelukkig goede alternatieven.
Visvetzuren voor een slimme baby
Visvetzuren worden in verband gebracht met het bevorderen van de hersenontwikkeling. Het heeft in ieder geval een positief effect op het gezichtsvermogen van de baby. Deze omega-3 vetzuren komen niet alleen in vis, maar ook in moedermelk voor. Visolie wordt regelmatig aan zuigelingenvoeding toegevoegd. Dit is alleen niet standaard.
DHA (Docosahexaëenzuur) is één van de drie omega-3 meervoudig onverzadigde vetzuren. Het kan door het lichaam zelf worden gemaakt uit het omega-3 vetzuur eicosapentaeenzuur (EPA). Het toevoegen van omega-3 vetzuren aan zuigelingenvoeding is veilig en laat in de praktijk gezondheidswinst zien t.a.v. de hersenontwikkeling en IQ bij de foetus.
Bij jonge kinderen is DHA betrokken bij de opbouw van alle lichaamscellen, opbouw van het darmslijmvlies, regulatie van de afweer, hormoon-, suiker- en neurotransmitterhuishouding (hersenhormonen).
Wanneer flesvoeding geen DHA bevat, is het belangrijk dit zelf aan de flesvoeding toe te voegen (ongeveer 20 mg DHA per kg lichaamsgewicht per dag) tot de niveaus in moedermelk (Gezondheidsraad 2001). Binnen 2 jaar worden nieuwe aanbevelingen m.b.t. essentiële vetzuren voor zwangeren, baby’s en jonge kinderen verwacht. De verwachting is dat de aanbeveling voor omega-3 vetzuren voor deze groepen wordt verhoogd.
Judith Rolf, natuurdiëtist en Tanja Visser, natuurdiëtist en kinderdiëtist
Dank aan de studenten Voeding en Diëtetiek van de Haagsche Hogeschool: Khadija Ben Allouch, Elënore de Merode, Eveline Beurskens, Mabel Ouwerkerk, Patricia van den Berg en Rick Lamme.
HELP! WAT JE JUIST WEL MAG ETEN!
- Geplaatst november 04, 2015
- Door Judith Rolf
- In Gezonde voeding, Nieuws, Zwangerschap
0
Hoe je kwaaltjes voorkomt en vol energie blijft
Wanneer je zwanger bent verandert er een hoop in je lichaam. Je heb nu -naast de zorg voor jezelf- ook de zorg voor je ongeboren kindje. Een belangrijke taak. Natuurlijk wil je nu al het beste voor je kind.
Er is veel te vinden op internet wat je allemaal niet mag eten. Hierdoor kan je vergeten dat je heel veel juist wél mag eten. Geniet van deze mooie periode door nu al de juiste voeding te kiezen voor moeder&kind!
Kwaaltjes zoals vermoeidheid, misselijkheid, verstopping, striemen, aambeien en een flinke snack- & snaaibehoefte kunnen soms met behulp van de juiste voeding voorkomen worden.
Zwanger zijn is topsport bedrijven!
Dit vraagt om professioneel advies
Judith Rolf is natuurdiëtist en ervaringsdeskundige. Zij heeft haar eigen praktijk in Warmond en is schrijfster van het e book, Vitaal en Gezond Zwanger. Je bent van harte welkom. Ook voor partners is deze workshop leuk, kom gezellig samen.
Wanneer: Elke 1e dinsdag van de maand, dus 1 december, 5 januari, 2 februari, 1 maart, 5 april etc. Tijd: 19.30 t/m 21.00
Kosten: 20 euro je partner mag gratis mee!
Meld je aan: per tel. of mail
Bel 06 28 65 38 20 of mail judith@peervoeding.nl
Voor meer informatie www.peervoeding.nl
Locatie: Yoga-loft Leiderdorp, Zijlaan 42, 2352 BN LEIDERSDORP, aan de achterzijde van de Praxis